Info édition : Gratis bij de krant De Standaard (11-05-2013), naar aanleiding van de nieuwe reeks Amoras
Résumé: Tante Sidonia en Wiske brengen een dagje door op het strand. Wiske zit krabben te vissen maar vist behalve een paar krabben ook een oude kruik op. Ze gooit de kruik weg (ze kan er toch niks mee). De kruik valt op het hoofd van professor Barabas die ook op het strand ligt, hij is erg nieuwsgierig naar de kruik. Met een uitvinding van Barabas, de teletijdmachine, kunnen onze vrienden de geschiedenis van de kruik bekijken. Door een fout van Wiske ontploft de machine, maar ze weten nu wel dat er een perkament is in verborgen en gooien de kruik stuk. Er zit een oud stuk perkament in, geschreven door kapitein Sus Antigoon. Op het perkament valt te lezen dat zijn galjoen Antverpia in 1541[2] is gestrand op een onbekend eiland in de Stille Zuidzee, dat ze Amoras doopten. Ze besluiten ernaartoe te reizen met behulp van een speciaal ontworpen vliegtuig, de Gyronef, ook een uitvinding van de professor.
Eenmaal aangekomen op het eiland Amoras maken ze kennis met de Vetten en de Mageren. De Vetten wonen in de stad en heersen over het eiland. De Mageren wonen op het platteland en moeten hard werken en iedereen van eten voorzien. Wiske maakt kennis met Suske, een onstuimige jongen die de laatst levende nakomeling blijkt te zijn van Sus Antigoon. Zijn strijdkreet is "Antigoon vooruit"[3]. Barabas en Sidonia worden in de stad gevangengenomen door de Vetten, die onder leiding staan van leenheer Jef Blaaskop.
Suske en Wiske dringen de stad binnen en ontmoeten daar Sus Antigoon, die als spook nog steeds rondwaart (hij is overleden aan overmatig drankgebruik). Met behulp van deze over-over-over-overgrootvader kunnen ze Sidonia bevrijden, maar professor Barabas blijft achter in de stad. Samen met de Mageren bereiden de vrienden een opstand voor. Als de Vetten professor Barabas op de brandstapel zetten, lukt het Suske, Wiske en Sus Antigoon hem te redden. Als ze in het nauw gedreven worden door de Vetten, vallen de Mageren de stad net aan. Wiske, die de sleutel van de stad bemachtigt na een achtervolging op de vluchtende Jef Blaaskop, wordt tot koningin van Amoras gekroond.
Jef Blaaskop probeert de kruitkamer in de Schreierstoren tot ontploffing te brengen maar Sus Antigoon weet dit te voorkomen, Jef ontsnapt met zijn galjoen "De Galblaas" en vestigt zich op een ander eiland. Hij laat enkele spionnen achter op Amoras om de Mageren in de gaten te houden. Wiske verheft Suske en tante Sidonia in de adelstand, Suske wordt bovendien minister van landsverdediging. Professor Barabas wordt minister van eten en drinken en moet met de gyronef voedsel halen in Amerika, want de Vetten hebben de voedselvoorraden vernietigd. Het volk heeft honger, en Schanulleke wordt gestolen. Als professor Barabas terugkomt met de voedselpakketten lijkt de rust weergekeerd, maar er blijkt alleen kauwgom in de pakken te zitten.
's Nachts wordt er een bomaanslag op Wiske gepleegd, maar ze raakt niet gewond. De spionnen krijgen dan professor Barabas in handen en hij wordt naar de schuilplaats van Jef Blaaskop gebracht. De Vetten hebben een oorlogsvloot gebouwd en vallen Amoras aan. Suske en Wiske bekogelen de vloot vanuit de gyronef, maar dan blijkt professor Barabas aan boord te zijn. Suske kan hem bevrijden en brengt het schip tot ontploffing, Jef Blaaskop wordt overmeesterd en de Vetten geven zich over. Op het eiland wordt weer voedsel geproduceerd, maar Wiske treurt vooral om de verdwenen Suske. De Vetten worden veroordeeld tot een heropvoedingscursus en moeten afvallen tot een normaal gewicht. Na een tijdje krijgt Wiske Schanulleke van Jef Blaaskop.
Sus Antigoon is door de Vakvereniging van Spoken van zijn straf (hij heeft zich doodgedronken) ontslagen en hij vertrekt naar het geestenrijk, zijn fles geeft hij aan Wiske. Wiske besluit dat het tijd is om naar huis terug te keren en dan blijkt Suske nog te leven. Ze pikken hem op van een klein eiland en nemen hem mee naar België. Suske leert hier al snel wat "beschaving" is als hij over de Vietnamoorlog hoort[4], de wereld is hier 400 jaar verder dan op Amoras. De familie Snoek[5] is erbij als de vrienden worden gehuldigd. Met de teletijdmachine bekijken de vrienden Amoras nogmaals, Jef Blaaskop is toch niet al zijn wreedheden verleerd want hij is tandarts geworden. De zwaarden zijn omgesmolten tot ploegen, en hiermee wordt het land bewerkt. Iedereen leeft gelukkig en in vrede, op Amoras hadden ze slechts één les nodig.