Résumé: Tijdens het bezoek van nonkel Juul, directeur van een grote Zuid-Afrikaanse diamantmijn, aan zijn neef Nero worden de spaardiamantjes uit zijn koffertje gestolen door het 'gekkenkwartet' Tuizentfloot, agent 7923, Linus Baddevinus en Amedeus Moderato. Het brein achter de diefstal is niemand minder dan Adolf Hitler die niet dood blijkt te zijn maar ondergedoken is op een onbewoond eiland in de Stille Oceaan. Sleen verwijst hier naar twijfels die sommige mensen hebben over het feit dat Hitler zelfmoord heeft gepleegd.